Nieuws

REKENMACHINE-min.jpg

Keuze voor een zuivere kapitaalvermindering

Tot eind 2017 had u bij een kapitaalvermindering de keuze op welk deel van het maatschappelijk kapitaal u de vermindering toepaste. Fiscaal gezien is alleen de terugbetaling van werkelijk gestort kapitaal belastingvrij. Als alles volgens de regels verloopt en de terugbetaling wordt toegewezen aan de werkelijk gestorte inbreng van de aandeelhouders, dan is er sprake van een zuivere kapitaalvermindering waarop geen belastingen verschuldigd zijn. Als niet aan de voorwaarden is voldaan, wordt het beschouwd als een dividenduitkering waarop 30% roerende voorheffing van toepassing is.

Pro rata-regel bepaalt belastingvrijstelling


Het Zomerakkoord heeft een einde gemaakt aan deze keuzevrijheid. Sinds 1 januari 2018 wordt de totale kapitaalvermindering geacht pro rata voort te komen uit gestort kapitaal (fiscaal vrijgesteld), belaste reserves en in het kapitaal geïncorporeerde vrijgestelde reserves (belastbaar als dividend). Hierdoor zal er altijd een deel zijn dat onderhevig is aan roerende voorheffing.

Deze verhouding wordt als volgt berekend: gestort kapitaal + daarmee gelijkgestelde bedragen gedeeld door belaste reserves + in het kapitaal geïncorporeerde vrijgestelde reserves.

Het resultaat van deze berekening bepaalt het percentage dat geacht wordt voort te komen uit gestort kapitaal en dus vrijgesteld is van belasting.

Bij deze berekening wordt echter geen rekening gehouden met onder andere de wettelijke reserve tot het wettelijk minimum, de liquidatiereserves en de onbeschikbare reserves voor eigen aandelen.

Wat met de vastgeklikte reserves?


De pro rata-regel uit het Zomerakkoord is echter niet van toepassing op de regeling met betrekking tot de 'vastgeklikte reserves'.

Deze regeling maakt het mogelijk om dividenden uit te keren tegen 10% roerende voorheffing indien het netto-dividend wordt opgenomen in het kapitaal.

Als u deze vastgeklikte reserves minimaal 4 jaar (voor kmo's) of 8 jaar (voor andere vennootschappen) in het kapitaal houdt, is de daaropvolgende kapitaalvermindering niet onderhevig aan extra belastingen, op voorwaarde dat deze wordt toegewezen aan die vastgeklikte reserves. Hoewel dit fiscaal voordelig is, wordt aanbevolen om uw handeling ook te rechtvaardigen met niet-fiscale argumenten om mogelijke discussies met de belastingdienst te vermijden.

Kapitaalvermindering na inbreng van aandelen


Vóór 1 januari 2017 werd de inbreng van aandelen volledig beschouwd als fiscaal gestort kapitaal. Als de kapitaalvermindering betrekking had op dit geïncorporeerde kapitaal, was het vrijgesteld van belastingen.

Niettemin houdt de fiscale administratie deze praktijk nauwlettend in de gaten. Vaak zal ze proberen aan te tonen dat de inbreng en de kapitaalvermindering als één handeling kunnen worden beschouwd, met als specifiek doel de roerende voorheffing op dividenden te ontwijken. Hoewel het Gentse Hof van Beroep onlangs in zo'n zaak de belastingdienst ongelijk heeft gegeven, is de discussie daarmee niet afgesloten. Daarom wordt de niet-fiscale rechtvaardiging van een handeling ook hier steeds belangrijker.

Sinds 1 januari 2017 bestaat het fiscaal gestort kapitaal bij de inbreng van aandelen alleen uit de aanschaffingswaarde van de ingebrachte aandelen. Bij een latere kapitaalvermindering zal de belastingvrijstelling alleen van toepassing zijn op dit fiscaal gestort kapitaal. Als ook de belaste reserves in kapitaal (gevormd door deze inbreng) worden uitgekeerd, wordt dit beschouwd als een dividenduitkering waarop 30% roerende voorheffing van toepassing is.

Onvoldoende liquide middelen om uit te betalen


Na de kapitaalvermindering kan het voorkomen dat de vennootschap onvoldoende liquide middelen heeft om de aandeelhouders uit te betalen. In dat geval blijft het tekort als een schuld bestaan. De vennootschap kan mogelijk rente aan de aandeelhouders moeten betalen.

Kortom, een kapitaalvermindering is slechts onder zeer strikte voorwaarden belastingvrij. De belastingdienst verwacht bovendien niet alleen dat u zich aan de regels houdt, maar ook dat u dergelijke handelingen rechtvaardigt met niet-fiscale argumenten.